Ton van de Klok en Harold van Rooijen

Wisseling van de wacht: 100% kunnen bouwen op de ander

7 juli 2025

Een bijzonder duo, Ton van de Klok en Harold van Rooijen. Duidelijk verschillend en toch samen één. Met een heel goed beeld van elkaars sterke en minder sterke kanten. En ook geen schroom, om dat naar elkaar uit te spreken. Het 100% kunnen bouwen op de ander: dat is één van de redenen waarom de wisseling van de wacht in het bestuur van KlokGroep zo natuurlijk verloopt, zien ze.

Eind 2024 maakte Ton van de Klok bekend dat hij een stapje opzij gaat doen in het bestuur van KlokGroep. Hij geeft het stokje dit jaar geleidelijk aan door aan zijn rechterhand, Harold, totdat de volgende generatie Van de Klokkers zich doorontwikkeld heeft en duidelijk is hoe de familiebanden met het bedrijf het beste kunnen worden vormgegeven. Dit met het oog op de toekomst van de familie en op die van de onderneming zelf. Alle opties staan nog open.

Zoiets kun je maar één keer goed regelen, ziet Ton. Er is tijd nodig om erop te studeren, om alle mogelijkheden te onderzoeken. Met zijn familieleden, met de andere aandeelhouders van KlokGroep, de RvC en met goede adviseurs. Tijd, die hij niet heeft als hij te veel in het dagelijks bestuur en de operatie blijft zitten.


Ik ben meer de ondernemer dan de bestuurder. Daar kwam ik achter toen we groter werden. Harold is daar beter in dan ik en wilde die ruimte juist graag hebben. Dan is één en één ineens twee: ik doe een stapje opzij, Harold wordt voorzitter.”


De andere reden om van plaats te wisselen met Harold is ingegeven door zelfreflectie. Ton: “Met de overname van Adriaan van Erk en Heilijgers werd het ingewikkelder om te ondernemen, merkte ik. Je wordt dan automatisch meer bestuurder. Het proces van beeldvormen, oordeel vormen, besluitvormen: het vraagt allemaal veel tijd, overzicht en geduld. Dat laatste, geduld, is niet mijn sterkste eigenschap. Ik ben meer de ondernemer dan de bestuurder. Daar kwam ik achter toen we groter werden. Harold is daar beter in dan ik en wilde die ruimte juist graag hebben. Dan is één en één ineens twee: ik doe een stapje opzij, Harold wordt voorzitter.”

Zo’n besluit is, denk ik, wat veel mensen knap zouden noemen.

Ton: “Nou ja, ach, dat weet ik niet. Ik voelde aan mijn water dat het niet goed zou zijn om in de voorzittersrol te blijven zitten. Niet voor mij, niet voor de organisatie en niet voor Harold. Ik blijf natuurlijk wel in het bestuur, maar wat meer op afstand. Ik ga doen wat ik leuk vind, als ondernemer en bestuurder, namelijk: observeren en adviseren, op zoek naar nieuwe ideeën en business-modellen voor KlokGroep.

Harold: “Ik zie mijzelf vooral als de rentmeester. Een tussenpaus, op weg naar een volgende fase in de geschiedenis van KlokGroep. Je kunt nooit groter zijn dan het bedrijf, je bent altijd onderdeel van het totaal. Dat geldt voor iedereen, in dit bestuur. Daar gedragen we ons ook naar.”

Jullie kennismaking was een samenloop vanomstandigheden?

Harold: “Ik ben na mijn studie meteen hier beland. Ik wist niet wat ik moest doen. Mijn vader kwam Ton tegen op een receptie en vroeg of ik eens bij hem langs mocht komen. Toen mocht ik een tijdje komen stagelopen.”

Ton: “Hij kreeg in het begin niet eens salaris. Eerlijk gezegd wist ik ook niet zo goed wat ik met hem aan moest. Dus ik zei: ‘Zou jij deze stapel papier zo kunnen ordenen dat ik altijd snel terug kan vinden wat ik nodig heb?’ Een week later was het geregeld. Toen wist ik: hij zegt misschien niet veel, maar hij luistert des te beter. En hij weet precies hoe hij iets moet aanpakken. Vanaf dat moment nam ik hem steeds vaker mee – naar gesprekken over deals, naar overleggen met gemeenten. Hij groeide zichtbaar in zijn rol. Nu neemt hij het stokje van me over. Daar ben ik trots op.”

Harold: “Het was een hele mooie tijd, die begintijd. De projectontwikkeling kwam met Ton het bedrijf binnen; we maakten de omslag van aannemer naar ontwikkelende bouwer. Daar paste ik goed in. Het was een gelukkig toeval, dat ik hier terecht ben gekomen. En nu zit ik hier alweer 31 jaar. Nooit de behoefte gevoeld om weg te gaan. En nog elke dag blij om hier weer naartoe te gaan. Zolang ik het gevoel heb dat ik kan bijdragen, van betekenis kan zijn. En dat heb ik.”

De één linker-, de ander rechterhersenhelft?

Harold: “Ha, ja, zo kun je dat na 31 jaar wel noemen. We zijn heel complementair. Ton is heel direct op de bal. Ik zie de dingen vanuit mijn rechtenstudie en karakter wat breder, denk ik. Ik ben meer van de timing; ik weet wanneer het wel of niet opportuun is om iets wel of niet in de groep te gooien. Soms denk ik: wacht maar even, laat het eerst maar even sonderen. Ik voel de urgentie wel om meters te maken, maar ik zie soms dat het niet sneller kan, dat de organisatie niet sneller kan. Waar Ton het liefst meteen in actie wil komen, neem ik meer tijd om draagvlak te zoeken, om te verbinden. Na de overnames en de transformatie naar de netwerkorganisatie die we nu zijn, is iets meer rust inbouwen wel goed. Ton heeft dat geduld niet. Hij is meer de ondernemer, meer van de kansen die nu voorbijkomen.”

Wat vinden jullie sterk en minder sterk van elkaar?

Harold: ”Ton is heel vastberaden, maar staat altijd open voor andere inzichten en argumenten, waardoor hij ineens van koers kan veranderen. Dat vind ik heel knap. Hij is niet vooringenomen, maar hij heeft wel een mening. Je moet niet met lulverhalen aankomen. Hij is heel direct en houdt wel van een beetje olie op het vuur en tempo maken. Zijn mindere kant? Zijn ongeduld, haha. Daar zijn we het allemaal wel over eens.”

Ton: “Harold is een stuk geduldiger dan ik. Hij is nadenkend, analytisch sterk. Hij voelt mensen goed aan en weet ze bijna altijd voor zich te winnen, in de goede zin des woords. Hij kan de goede dingen oppakken aan de voorkant, maar hij let ook goed op de euro. Ook als bestuursvoorzitter. Minder goed: Harold kan dingen soms wel eens wat cryptisch zeggen, zodat je niet goed weet waar je aan toe bent. En erg lang broeden op dingen.”

Zijn jullie familiemannen of allebei getrouwd met het bedrijf en met vastgoed?

Harold, quasi-serieus: “Ik krijg thuis meestal te horen dat ik meer van het bedrijf ben.”

Ton: “Ha, ha, ha, goede observatie!”

Harold: “Ik kan er bij Ton geen onderscheid in maken, hij is het allebei. Familieman en Klokman. Tegelijk en evenveel, denk ik.”

Ton: “Ik denk dat Harold dat goed zegt. De familie is voor mij heel belangrijk, maar de familie is ook het bedrijf. Dat zit heel dicht bij elkaar. Het vastgoed zit in mijn DNA. Het bedrijf zit in mijn DNA. Ik was al heel jong besmet met het groene bloed, zoals dat toen heette, omdat groen toen de kleur was van Van de Klok. Mijn vader was van alle broers in het bedrijf het meest in de lead, het bedrijf werd altijd meegenomen naar de keukentafel en daar uitgebreid besproken. Het ging vanzelf in me zitten.”

Harold: “Ik had die voorbestemming dus niet, maar heb inmiddels wel, net als Ton, mijn hele hart verloren aan de wereld van het vastgoed. Waarom? Tsja… Omdat je iets blijvends tot stand brengt. Omdat je, door allerlei factoren en actoren bij elkaar te brengen, mooie plekken kunt maken waar mensen goed kunnen wonen en werken… Ja, dat.”

Misschien vloeken in de kerk, maar toch maar even de vraag der vragen: wordt KlokGroep langzaam meer corporate…?

Harold: “Nee, echt niet. Wij worden nooit bestuurders in de formele zin van dat woord: bureaucratisch, formalistisch. Wij zijn en blijven wie we al waren: ondernemend, wendbaar. We staan nog vol met onze poten in de klei en kunnen met KlokGroep overnight een andere koers gaan varen, beslissen om iets wel of niet te doen. Adriaan van Erk, Heilijgers, Van de Klok en Novaform: het blijven samenwerkende eilanden met eigen ondernemerschap. Gezamenlijk halen we de onzinnige dubbelingen eruit en omarmen we alles, wat het werk makkelijker maakt voor ons allemaal. Maar we blijven lean in de algemene kostenstructuur van KlokGroep. Ontwikkeling moet in de bedrijven zelf gebeuren.”

Ton: “Nee, wij gaan nooit ver-corporaten. Dat is niet wie wij zijn. Wij blijven de familie van familiebedrijven, de wendbare, lokale ondernemingen. Met een gedeelde KlokGroep-cultuur en lokale subculturen.”

Harold: “We zijn heel flexibel. Het is een feest om te zien hoe creatief we worden naarmate er meer complexiteit op ons bordje komt. We geven niet op. Je kunt nooit consolideren, want dan onderneem je niet meer.”


Harold van Rooijen en Ton van de Klok

Harold van Rooijen
& Ton van de Klok

Harold van Rooijen en Ton van de Klok

Ton van de Klok
& Harold van Rooijen

Ton van de Klok vertegenwoordigt de derde generatie Van de Klok. Vanaf zijn twaalfde wist hij dat hij in het bedrijf van zijn vader en ooms wilde gaan werken – en daar heeft nooit meer iemand aan getwijfeld. Een gezellige en oprechte pater familias. Van de familie en van KlokGroep. Intuïtief, open en alert. Een beetje ongeduldig, misschien: wel een beetje tempo maken graag. Anders komen we nergens.

Harold van Rooijen noemt zichzelf in zijn nieuwe rol ‘de rentmeester van KlokGroep’. Hij kent het bedrijf als rechterhand van Ton van de Klok inmiddels nét zo goed als Ton zelf. Harold is nadenkend, weloverwogen. Een analyticus. Hij had geen last van een duidelijke lotsbestemming, zoals Ton, maar ontwikkelde zich van nieuwsgierige jurist, stagiair en leerling van Ton tot medebestuurder en mede-aandeelhouder van KlokGroep.

Nieuwsoverzicht
Deel dit verhaal