Thijs Pleijhuis, manager Duurzaamheid bij Van de Klok
Pieter de Kort, projectontwikkelaar namens Van de Klok
Maarten Stadhouders, operationeel directeur bij Data- en consultancybureau Re Use Materials
Emile Ramaekers, bouwkundig projectleider bij Re Use Materials

Circulariteit als uitgangspunt voor herontwikkeling industrieterrein

In de wijk Hazenkamp, vlak bij het centrum van Nijmegen, maakt het voormalige Alfa-Lavalterrein plaats voor een nieuwe woonbuurt. Van de Klok gaat een deel van het gebied ontwikkelen, maar niet voordat alle elementen die geschikt zijn voor hergebruik in kaart zijn gebracht. De afgelopen maanden deed Re Use Materials dit al voor de Hubertushal.

Re Use Materials

Thijs Pleijhuis, manager Duurzaamheid bij Van de Klok, legt uit: “Er staat een aantal gebouwen op het terrein en de bedoeling is dat er op deze plek verschillende soorten woningen komen. De gebouwen lenen zich niet voor transformatie, maar bevatten wel veel bruikbare materialen. Die willen we niet zomaar als afval afvoeren.” Van de Klok is daarom op eigen initiatief met Re Use Materials aan de slag gegaan om de herbruikbaarheid van de constructies en materialen te onderzoeken.

Het begint hier

“Circulair demonteren”, zo noemt Maarten Stadhouders, operationeel directeur bij Data- en consultancybureau Re Use Materials, het. Dat klinkt mooier dan slopen, en dat is het ook. Want we hebben het allemaal over circulair bouwen, maar dat moet ergens beginnen. Dat is hier. Re Use Materials geeft met een nulmeting een beeld van wat er is, wat te hergebruiken is en hoe een partner kan aanhaken om daadwerkelijk circulair te gaan demonteren. Maarten, van wie de roots in Limburg liggen: “We hebben in het verleden heel veel ontgonnen onder de grond. Nu is het tijd om het hele stedelijk gebied boven de grond te zien als één grote mijn, waar je grondstoffen kunt delven.”

Constructies verplaatsen

“Het uiteindelijke doel – de stip op de horizon – is: de staalconstructies van de gebouwen ergens anders weer opbouwen”, vertelt Thijs. Het zoeken is dus naar een marktpartij die de constructies uit het voormalige Alfa-Lavalterrein kan hergebruiken. In die match valt volgens Thijs de grootste winst te behalen: “Alles wat je moet opslaan, kost geld. Bovendien loop je daarmee het risico dat de spullen alsnog niet gebruikt worden.” Natuurlijk kijkt Van de Klok ook naar de mogelijkheden voor hergebruik van materialen in het Hazenpark, zoals de nieuwe woonbuurt gaat heten. Voor wat er daarna nog overblijft, maakt Re Use Materials de verbinding met andere nieuwbouw- en renovatieprojecten.

Dialoog met de omgeving

Uniek, en een groot voordeel, is dat Van de Klok deze ontwikkeling lange tijd in portefeuille heeft; de panden zijn nog geruime tijd verhuurd. Dat biedt ruimte om een nieuwe plek te vinden voor het circulaire bouwen, dat logischerwijs zou moeten volgen op het circulair demonteren. Tegelijkertijd helpt het om al snel de dialoog aan te gaan met de omgeving over wat er gaat gebeuren. Belangrijk, want een grote herstructurering in een binnenstedelijk gebied heeft grote impact.

Er ligt een mooie taak voor ons om te laten zien op wat voor manier wij concreet – en anders dan anders – met circulariteit omgaan. 

“In dit geval zijn mensen erg blij dat het gesloten gebied open gaat en plaatsmaakt voor woningen”, weet Pieter de Kort, projectontwikkelaar namens Van de Klok. “Nog niet iedereen is zich bewust van de diepgang van het begrip circulariteit. Er ligt een mooie taak voor ons om te laten zien op wat voor manier wij concreet – en anders dan anders – met circulariteit omgaan.”

Digitale wandeling door de gebouwen

Re Use Materials digitaliseert allereerst het bestaande vastgoed. Dat is nog niet zo eenvoudig, want er zijn nauwelijks technische tekeningen beschikbaar. Emile Ramaekers, bouwkundig projectleider bij Re Use Materials, werkt vooral met een 3D-laserscanner, een soort camera waarmee hij gebouwen in kaart brengt om vervolgens informatiemodellen te genereren. Maarten noemt het ‘digital deconstruction’, simpeler gezegd: omgekeerd BIMmen. “Je kunt straks digitaal, driedimensionaal door een gebouw lopen en zien wat er allemaal in zit”, verklaart Emile. In de Cirdax informatie-app registreert Re Use Materials vervolgens alle informatie. Alle elementen krijgen een materialenpaspoort waarin de identiteit en herkomst is vastgelegd. Maarten: “Daar voegen we waardes aan toe, zoals de restwaarde in valuta, de CO2-impact en het circulariteitspotentieel. Losmaakbaarheid, toegankelijkheid en verbindingen zijn daarbij belangrijke uitgangspunten.” Emile heeft al veel bruikbare elementen geregistreerd. “Kortgeleden zijn er nog nieuwe luchtbehandelingskasten en radiatoren geïnstalleerd in een van de panden”, vertelt hij. “Er is verder veel ledverlichting die we kunnen hergebruiken, en bijvoorbeeld brandtrappen en balkenconstructies.” Dit is voor Pieter interessante informatie. “Pas als je weet wat je hebt, weet je wat je ermee kunt doen”, zegt hij. “Voor de uitontwikkeling van de woningen kan ik daar straks gebruik van maken. Bijvoorbeeld om met historische elementen een deel van de identiteit van het gebied te verankeren.”

Verrassende inzichten die bovendien renderen

Het mooie bij dit project is dat verschillende partijen meteen al na de nulmeting – lang voordat de eerste schop de grond in gaat – betrokken worden bij de ontwikkeling, en dat het ambitieniveau al heel duidelijk is. Dat helpt bij de selectie van de marktpartijen die aan kunnen haken. “Meestal zie je dat er al een sloopbedrijf geselecteerd is voordat iemand heeft kunnen nadenken over hergebruik van materialen”, weet Pieter uit ervaring. “Hier draaien we het om.” Daardoor komen er partijen bij elkaar aan tafel die bij een traditionele ontwikkeling niet op elkaars pad komen. Maarten: “Zo komen bijvoorbeeld het demontagebedrijf, de ontwikkelaar en de architect al in het begin van het proces samen tot verrassende inzichten en innovatieve oplossingen die bovendien renderen.”

Serieus impact maken

Voor Van de Klok is deze manier van werken nieuw. Niemand kan nu al voorspellen wat de uitkomst is. “Als bouwer proberen we hier echt iets toe te voegen aan de route naar een circulaire economie”, benadrukt Thijs. “Aan de voorkant, los van bouwsystematiek of energieconcepten.” Daarmee toont Van de Klok lef: ze investeert, steekt haar nek uit en neemt risico’s. Thijs omarmt het avontuur: “Ik verwacht dat dit soort herstructureringen in binnenstedelijke gebieden veel vaker voor gaan komen. We willen hiervan leren en expertise opdoen. En: onze kennis en ervaring delen.” Dat is hard nodig; circulariteit is natuurlijk niet voor niets ‘hip and happening’. Iedereen is bezig met het milieu, het klimaat en het dreigende tekort aan grondstoffen. Door bedachtzaam om te gaan met bestaande materialen, kun je serieus impact maken op het gebied van duurzaamheid en milieubelasting. “Circulair demonteren is een antwoord op de stijgende grondstofprijzen”, benoemt Maarten als een van de voordelen. “Tegelijkertijd bespaar je op grondstoffen én is het een goede stap in de richting van het verminderen van de CO2-uitstoot.” Voor Pieter past dit helemaal in de manier waarop hij het leven benadert: “Bijdragen aan de oplossing, niet aan het probleem.”


Nieuwsoverzicht
Deel dit verhaal